Manheulles, kerk Notre-Dame-de-l’Assomption
Deze kerk werd volledig herbouwd aan het einde van de jaren 1920 door architect Auguste Mancel (1868-1937). De versiering van het koor en de triomfboog is van de hand van Duilio Donzelli, net als een deel van het meubilair.
Deze laatste heeft het hoofdaltaar gemaakt, ongetwijfeld in opdracht van de pastoor van de parochie; het werd gebeeldhouwd in 1933, zoals de datum naast de handtekening aangeeft. Het neoromaanse altaar is getooid met een Lam Gods dat een vaandel vasthoudt en neerligt op het boek met de zeven zegelen. Het dier staat in een cirkel van waaruit de vier armen vertrekken die een met stralen versierd Grieks kruis vormen. De symbolen van de Evangelisten vormen in de hoeken de Tetramorf.
In 1934 doet de gemeente een beroep op dezelfde kunstenaar om het koor en de triomfboog te versieren met schilderingen, voor een bedrag van 6000 Franse franken. Op de top van de triomfboog is een Christus aan het kruis geschilderd en de apsis bevat een grote compositie rond het thema van de Kroning van de Maagd, verwijzend naar de wijding van de kerk aan de Heilige Maagd Maria-Tenhemelopneming. In het midden zitten God de Vader en Christus; zij houden samen de kroon vast die ze op het hoofd gaan zetten van de tussen hen geknielde Maagd. De duif van de Heilige Geest hangt erboven. Zoals vaak het geval is bij Donzelli ziet God de Vader eruit als een paus, terwijl Christus de attributen van het koningschap draagt. De gekozen voorstelling refereert aan de compositie van een bronzen bas-reliëf in de kapel Notre-Dame-des-Ermites van het klooster van Einsiedeln (Zwitserland). Het gebruik van dit model valt ongetwijfeld te verklaren door de bijzondere devotie van het dorp voor de Zwarte Madonna die wordt vereerd in de genadekapel van dit Zwitserse heiligdom en waarnaar de inwoners van Lotharingen gedurende vele eeuwen op bedevaart* zijn gegaan. De houding van de Maagd – met opgestoken, open handen – vind je ook terug op het door Donzelli gebeeldhouwde timpaan bij de ingang van de kerk. Deze Kroning wordt omgeven door zestien musicerende engelen die sterk lijken op deze van Apremont-la-Forêt en Maizey.
De door Donzelli in 1936 gemaakte communiebank is versierd met korenaren en druiventrossen, eucharistische symbolen. De inrichting van dit gebouw vormt een vrij homogeen en uniek geheel.
* Cf. M.-F. Jacobs, ‘Les Lorrains, pèlerins et dévots de la Vierge noire d’Einsiedeln’, Le Pays lorrain, nr. 3, juli-september 1990, p. 193-211.
Boek met de zeven zegelen: iconografisch thema uit de Openbaring van Johannes. Verwijst naar het visioen waarin een lam de ‘zegelen’ achtereenvolgens opent.
Communiebank: element dat wordt gebruikt om het kerkschip te scheiden van het koor. De gelovigen bieden zich voor de communiebank aan, doorgaans geknield, om de hostie van de priester te ontvangen.
Kroning van de Maagd: komt uit een apocrief verhaal dat een beschrijving bevat van Maria die in de hemel wordt gekroond door Christus, God de Vader of de Drievuldigheid.
Lam Gods: Christussymbool dat herinnert aan het kruisoffer en de woorden van Johannes de Doper – ‘Zie, het Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt’ (Johannes 1, 29).
Tetramorf: afbeelding van de vier Evangelisten in hun allegorische vorm (de mens voor Matteüs, de arend voor Johannes, de stier voor Lucas en de leeuw voor Marcus), geïnspireerd op het visioen van Ezechiël (Ezechiël 1, 1-14) en op de beschrijving van de vier levende wezens van de Openbaring.