Hannonville-sous-les-Côtes, kerk Saint-Martin
Dit indrukwekkende gebouw, in 1829 opgetrokken volgens een langgerekt plan met drie schepen, werd tijdens de Eerste Wereldoorlog getroffen door een groot aantal granaten die de klokkentoren, de overkapping van de hoofdbeuk en het koor vernielden. De kerk werd gerestaureerd in 1925-1926 door André César (1886-na 1935), een architect uit Nancy en eerwaarde Job (1886-1976), de pastoor van de parochie, deed vervolgens een beroep op Duilio Donzelli om de binnenversiering en bepaalde meubelstukken te herdoen.
De schilderingen van de kooromgang en van de zijaltaren zijn in de eerste plaats decoratief (bladwerk, leliebloemen, geometrische motieven) en de symbolen in de medaillons houden verband met de heiligen die door de beelden worden voorgesteld: de Maagd en het Heilig Hart op de laterale altaren en de heilige Jozef, de heilige Nicolaas, de heilige Anna en de heilige Jeanne d’Arc in het koor. Het gewelf van de apsis is bedekt met een voorstelling van Christus Koning die rechtop staat in een mandorla en omgeven is door zeven engelen die hem prijzen: drie ervan dragen wimpels met de inscriptie ‘Wij aanbidden U, Koning der glorie’*, twee schudden met wierookvaten en de laatste twee bieden Christus de attributen aan van het koningschap, de kroon, de scepter en de aardbol. Als weerspiegeling van het feest van Christus Koning, ingevoerd in 1925 door paus Pius XI om het koningschap van Christus te bevestigen en te eren, vind je dit tafereel eveneens terug in Rouvrois-sur-Meuse en Dieue-sur-Meuse.
Duilio Donzelli kreeg ook de opdracht voor de houten kandelaar in het koor, voor het meubel met de relieken van de heilige Agericus en de heilige Maur in de noordelijke zijbeuk, voor de doopvont in de zuidelijke zijbeuk en misschien ook wel voor het beeld van Sint-Maarten achteraan in de apsis.
Heel wat grafstenen op het kerkhof zijn van de hand van Donzelli, net als het monument voor de gevallenen van de oorlog waarop de namen van de burger- en militaire slachtoffers van het conflict vermeld staan. De Christus die het beeld overheerst neemt de houding aan van de Christus Koning uit de apsis, maar ook deze van de Christus van het altaar in Les Éparges. De bas-reliëfs van het monument tonen de wreedheden van de oorlog: een dode soldaat wordt uitgespreid voor een ruïneveld, terwijl aan de andere kant de door muren omgeven barakken zinspelen op de gevangenenkampen van Zwickau (Saksen) en Rastatt (Baden-Württemberg) waarnaar de bevolking in 1914 werd gedeporteerd.
Op het grondgebied van de gemeente heeft Donzelli nog een kruiswegaltaar gemaakt ter nagedachtenis van kanunnik Huard, gelegen langs de weg naar Fresnes, en een tweede als herinnering aan kanunnik Leguillette.
* Latijnse inscriptie ‘TU REX GLORIAE ADORAMUS TE’.
Mandorla: geometrische figuur in de vorm van een amandel; een ovaal met erin de heilige personages in al hun verhevenheid.
Wierookvat: een soort parfumfles die aan een ketting hangt en waarin wierook wordt verbrand. Het wierookvat wordt tijdens de ceremonies heen en weer gezwaaid, als symbool voor de gebeden van de gelovigen die opstijgen naar God.