Chaillon, kerk Saint-Remi
De kerk werd zwaar getroffen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Als gevolg van dit mondiale conflict bleven alleen nog de muren van het kerkschip en de drie niveaus van de klokkentoren over. Het geheel werd herbouwd in de jaren 1920 door Charles-Henri Royer, de architect van het departement. Door de vele moeilijkheden liepen de werken heel wat vertraging op.
De eerste decoratie, die in 1929 werd aangebracht op de triomfboog van de nieuwe kerk en die de Kroning van de Maagd voorstelt, was het werk van Pierre Dubois (schilder geboren in Bar-le-Duc aan het begin van de 20ste eeuw).
In een tweede fase richt de gemeente zich aan het begin van het jaar 1933 tot Duilio Donzelli voor de restauratie van de zijaltaren en voor de verfraaiing ervan met een schildering die verwijst naar de heiligen die in de kerk worden vereerd, met name de heilige Nicolaas en de Maagd. Als patroonheilige van de zeevaarders wordt de heilige Nicolaas voorgesteld op het moment dat hij de door de woeste elementen bedreigde zeemannen te hulp schiet. De aanwezigheid van het blazoen van Lotharingen doet eraan denken dat hij ook de schutspatroon is. Boven het aan Maria opgedragen altaar heeft Donzelli een tafereel uit de Aanbidding der herders afgebeeld.
Het hoofdaltaar, ook het werk van Donzelli, past perfect bij de zuilen die het gewelf van het kerkschip ondersteunen; de vorm ervan lijkt op die van papyrus, met kapitelen die versierd zijn met lange bladeren en zo verwijzen naar deze plant uit de Nijlvallei. Het altaar is getooid met kleurrijke mozaïeken die het monogram van Christus vormen, ‘IHS‘. Twee beelden van lichtdragende engelen met een profiel dat herinnert aan de schilderingen uit het oude Egypte omgeven het altaar. Door de zuiverheid en de stilering van hun trekken kunnen deze beelden worden ingedeeld bij de art deco. Het geheel is gewaagd, maar volledig coherent met de architectuur en de andere elementen van het meubilair.
Voor je het dorp verlaat moet je toch nog even halt houden bij het monument voor de gevallenen, aan het einde van de straat met de kerk. Het werd in 1930 door Donzelli gemaakt, maar moest in 1936 worden gerestaureerd. De restauratie werd toegewezen aan een beeldhouder van Thiaucourt, Georges Acker, die tegelijk, en op vraag van de gemeente, het kruis van Lotharingen eraan toevoegde. Je ziet het in het bovenste gedeelte.
IHS: afkorting en onvolledige transliteratie van de naam van ‘Jezus’ in het Grieks, vervolgens gebruikt door de Kerk als monogram voor Iesus Hominis salvator, wat zoveel betekent als ‘Jezus, redder van de mensheid’.